Misverstand nummer 1: Filmmakers verdienen toch genoeg!

In de reeks misverstanden rond auteursrechtelijke vergoedingen voor filmmakers :

FILMMAKERS VERDIENEN TOCH GENOEG! WAAROM MOETEN ZE DAN OOK NOG EEN VERGOEDING KRIJGEN?

Als mensen zeggen dat een filmmaker genoeg verdient, dan realiseren ze zich niet dat een filmmaker geen werknemer is, maar een ondernemer. Hij heeft geen CAO of een vakbond die voor hem werktijden, toeslagen of onkostenvergoedingen regelt. Van het honorarium dat hij ontvangt moet hij een reserve aanleggen voor magere tijden, een ziektekostenverzekering betalen en een pensioen opbouwen. Hij investeert tijd en geld in nieuwe projecten en neemt elke keer risico wanneer hij samen met andere makers een film of televisieprogramma maakt.
De filmmaker bedenkt films, net zoals een couturier jurken ontwerpt. En ja, hij wil daar geld mee kunnen verdienen.

Nog afgezien dat het gek is om ondernemers te gaan vertellen hoeveel ze mogen verdienen (UPC en consorten mogen ook zoveel winst maken als ze zelf willen, alleen niet over de hoofden van filmmakers), een filmmaker verdient gemiddeld ook nog eens minder dan modaal. Dit zou niet het geval zijn als hij een normale vergoeding zou ontvangen voor het gebruik van zijn werk.

Het antwoord is dus. Filmmakers verdienen helemaal niet genoeg, ze verdienen gemiddeld minder dan modaal. En ja, ze moeten een vergoeding krijgen voor het gebruik van hun werk, anders kunnen ze niet functioneren als volwaardig ondernemer.