Misverstanden in de wandelgangen Nederlands Film Festival

In de reeks misverstanden rond auteursrechtelijke vergoedingen voor filmmakers tekenden we in de wandelgangen de volgende uitspraken op :

1. Natuurlijk willen producenten dat filmmakers meedelen in het succes van hun films en programma’s

2. Producenten worden radeloos van contracten waarin filmmakers exploitatierechten voorbehouden. Producenten moeten over alle exploitatierechten beschikken anders kunnen ze de film niet financieren en verkopen

3. Er wordt met partijen onderhandeld om tot een vergoedingsafspraak te komen

4. Afgesproken is met alle partijen om daarover geen mededeling te doen

Hierbij onze reactie :

1. Als de producenten daadwerkelijk willen dat filmmakers meedelen in het succes van hun programma’s en films, waarom scharen ze zich in de rechtszaal dan aan de kant van de kabelmaatschappijen?

2. De producenten hoeven niet radeloos te worden van de contracten met filmmakers. Filmmakers willen voortaan gewoon ‘boter bij de vis!’. Dit betekent dat producenten (via een licentie met de CBO’S) over de rechten kunnen beschikken als er een vergoedingsafspraak ligt tussen RoDAP en de CBO’s. Filmmakers leveren m.a.w. dus niets meer zonder dat ze zeker weten dat er betaald wordt.
Misschien dat producenten, in plaats van radeloos te worden en filmmakers te dwingen tot het overdragen van exploitatierechten, beter RoDAP kunnen aansporen om snel te komen tot een redelijke afspraak met LIRA, VEVAM en NORMA. Dan keert de rust terug en kunnen we weer aan het werk. Het zou trouwens een mooie manier zijn om te laten zien dat producenten
daadwerkelijk vinden dat filmmakers recht hebben op een vergoeding.
And last but not least : Dragen producenten zelf niet ook al hun rechten over aan StOP zodat StOP met deze rechten in de hand een vergoeding bij de kabelaars kan uitonderhandelen? Waarom zouden filmmakers dat dan niet mogen doen?

3. Er wordt al twee jaar met partijen onderhandeld en dit traject heeft tot nu toe niet tot het gewenste resultaat geleid. We doen hierover verder geen mededelingen, behalve dan dat LIRA en VEVAM niet ineens zonder geldige reden minder willen ontvangen dan ze in 2012 ontvingen.

4. Er is geen radiostilte of persstilte afgesproken en er is al helemaal geen radiostilte afgesproken rond de gevolgen van de uitspraak in de LIRA zaak. De belangenverenigingen moeten hun leden informeren over deze gevolgen, dat is hun plicht. Filmmakers doen dus slechts uitspraken over uitlatingen die RoDAP doet naar aanleiding van de rechterlijke uitspraak. Het is daarbij het goed recht van filmmakers om hun wrevel te uiten over UPC die zich vrij provocerend profileert als fan van de Nederlandse film, terwijl het bedrijf er ondertussen alles aan doet om onder de wettelijke verplichte vergoedingen voor scenarioschrijvers en regisseurs uit te komen.

Dat is alles.